Met grafiek van Angelique Kleijne
Uitgeverij Nachtwind
www.nachtwind.nl
Hardcover, stofomslag en leeslint
Formaat 13 x 20,5 cm
216 pagina’s
Prijs € 22,95 (gratis verzending)
Verschijningsdatum 2 juni 2020
Bestel nu alvast!
Mail naar erik@nachtwind.nl
Betaling na ontvangst
(boek wordt met factuur verzonden)
De objectieve waarheid over een leven bestaat niet. Zij is een steeds veranderend verhaal, even aan verandering onderhevig als alles wat leeft en gedacht en gevoeld wordt. Dit verhaal is het enige wat we hebben. We moeten het ermee doen want zo beleefden we het. Zo vertellen we het. Zo schreef ik het op.
Vijf mensen uit verschillende landen zijn in hetzelfde etmaal terechtgekomen op een eiland in de zuidelijke Chileense archipel.
In hun rugtassen zitten, verborgen onder proviand en overlevingsgereedschap, fragmenten van hun levensloop.
Het onzichtbare zesde personage is de liefde. De roman is een pentekening van een strand waarop wrakhout, herinneringen en mogelijk geluk aanspoelen.
UITVAL is een filosofische roman over het besef van eindigheid. Maar bovenal over de ontoereikendheid van het geheugen, en van de taal.
Met lange tussenpozen zetten drie vrouwen voet aan wal op het eiland Stromboli. De eerste is Karin, de oorlogsontheemde uit de film Stromboli van Rossellini. De tweede is Ingrid Bergman, de actrice die de rol van Karin speelt. De derde is een Nederlandse die alleen op reis is. Alle drie zijn ze op de vlucht: ze proberen te ontkomen aan iets, aan iemand. De mannen van het eiland zijn opgewonden over de komst van de vreemdelingen, maar hun vrouwen reageren argwanend: de nieuwkomers brengen een verstoring teweeg in de gesloten gemeenschap en haar moraal. STROMBOLI gaat over de eenzaamheid die buitenstaanders ten deel valt.
‘Het is onbestemd reizen zonder verhaal. Het is eenzaam reizen zonder reisgenoten om je heen. Het is licht reizen zonder het gewicht van een hersenspinsel, van verzonnen lief en leed gevat in taal.‘
Twee geliefden van middelbare leeftijd proberen afzonderlijk van elkaar in de medina van de Marokkaanse stad Fez aan het verleden te ontkomen. Een paar uur dolen ze door het labyrint van stegen, alkoven en binnenplaatsjes. Bedwelmd door geluiden, geuren en kleuren lopen ze van elkaar en van zichzelf weg, om elkaar tenslotte buiten de muren van de oude stad ogenschijnlijk verledenloos terug te vinden.
Acht jeugdvrienden ontmoeten elkaar dertig jaar nadat ze hun laatste gezamenlijke vakantie hebben gevierd. Ze zijn uit verschillende landen en uiteenlopende milieus naar hun geboortestreek teruggekomen. Alle acht levens worden belicht, steeds in een andere vorm. Het verbindende element is het besef dat magische momenten zich niet herhalen en dat er geen collectieve herinnering bestaat, maar alleen een individuele: de acht vrienden blijken de laatste dag van hun jeugd ieder als een heel andere ervaring met zich mee te hebben gedragen.
Op een van de meest zuidelijke Chileense eilanden wil een antropologe uit een noordelijke wereldstad dromen en fantasieën optekenen van mensen die in afzondering leven. Hoe langer ze op het eiland verblijft, hoe zinlozer het onderzoek haar lijkt. Ze vraagt niets, ze schrijft niets op. Ze gaat met de mannen vissen, raapt mosselen met de vrouwen en zoekt met de kinderen goud. Maar op de meest onverwachte momenten komen met de poolwind dromen aangewaaid, angsten en verlangens die ze zelf als kind had.
Cyclische roman over tegenstellingen en synthese. Het verhaal speelt zich voor het grootste deel af tegen de achtergrond van de Mexicaanse stad Oaxaca, in een cultuur waarin leven en dood, tederheid en geweld in elkaar overlopen. Waarin de droom de werkelijkheid raakt, en de werkelijkheid de droom.
In nu eens concrete vertellingen, dan weer poëtisch geschetste gemoedstoestanden, lijken de personages gekozen te hebben voor onthechting en afzondering. Maar hun ogenschijnlijke rust wordt bedreigd. Of het verhaal zich nu afspeelt in de Sahara of in de stadsjungle van Buenos Aires, op de Drentse hei of in een Amsterdam woonhuis – overal schuilt het gevaar van chaos, en de grootste dreiging komt van binnenuit.
Een jonge vrouw verlaat haar geboortedorp in de Gelderse Vallei. Het vertrek is het begin van een lange reis die, na een jaar oponthoud in Frankrijk, naar Zuid-Amerika voert. De personen die ze ontmoet of wier geschiedenis ze vertelt, zijn meestal vrouwen die zich mentaal en/of daadwerkelijk verzetten tegen iedere vorm van onderdrukking.
In de roman is een aantal verhaallijnen met elkaar verbonden. De belangrijkste is de ontvoering van een jonge vrouw tijdens de Argentijnse militaire dictatuur (1976–1983). In dezelfde periode verdwijnt in Nederland een vrouw van dezelfde leeftijd om persoonlijke redenen. En in de Pyreneeën ziet een oude man zijn vrouw verdwijnen in een schuivende sneeuwmassa.
De roman is een poging tot bezwering van het gemis en de onmacht, maar ook tot het verwerven van inzicht en aanvaarding.
Alle verhalen zijn gesitueerd op de zuidelijkste punt van Tasmanië (Australië)
‘Op de Tasmaanse breedtegraad moet je heel goed weten wat je wilt. Je kunt je de luxe van verveling niet veroorloven, ook niet die van vertwijfeling. Je moet veel geleefd hebben. Je moet met meer dan één vrouw of man de liefde hebben bedreven: je moet afgewezen hebben en afgewezen zijn en je moet dat kunnen vergeten. Je moet in de werkelijkheid of in de verbeelding de dood in de ogen hebben gekeken zodat je haar herkent en kalm een stoel bijschuift. Even kalm moet je afscheid kunnen nemen.’
Kees ’t Hart in De Groene Amsterdammer:
‘Je zou kunnen zeggen dat de schrijfster in deze roman terugkijkt op haar schrijverschap en de inzet ervan probeert te achterhalen. (…) Met haar stijl, die je een magische kunt noemen, probeert ze de verschrikkingen van de realiteit te bezweren. Ze gelooft niet in gedurfde of nieuwe literaire taalbouwsels die moeten verrassen of bouwen aan “een literatuur van de toekomst’’ of zoiets ergs. Het gaat haar erom een beeld op te roepen van onveranderlijk verlangen naar harmonie en schoonheid. Haar literatuur wil volkomen maken wat onvolkomen is.’
De hoofdpersoon herinnert zich een momentopname uit de film ‘Araya’ waarin een in zwarte doeken gehulde vrouw met gestrekte rug een mand met hagelwitte brokken zout op haar hoofd torst. Op zoek naar dit beeld reist ze naar Araya, een schiereiland aan de kunst van Venezuela, waar sinds mensenheugenis zout wordt gewonnen. ‘Wat ik hier kom zoeken is antwoord op de vraag hoe je rechtop blijft lopen en standhoudt in schraalheid, hoe je je dorst lest als er weinig of geen drinkwater voorhanden is.’ ARAYA is een roman over het geheugen, en over standhouden en hoe dan ook dorst lessen.
Alle verhalenbundels in één band.
Er zijn ook twee essays in opgenomen: Het labyrint der volgzaamheid, de rol van de vrouw in de Mexicaanse Revolutie en Beirut, het dagelijks leven in Beirut na de burgeroorlog; beide essays werden gepubliceerd in het tijdschrift ATLAS.
Vrouwen zijn bruiden, maar wie is de bruidegom op wie zij wachten?
Acht verhalen over liefde en verwachting, alle gesitueerd in Latijs-Amerika.
De hoofdpersoon hoort bijna tegelijkertijd dat haar moeder naar een bejaardentehuis vertrekt en haar enige dochter op kamers gaat wonen. De ontstane leegte leidt tot een plotselinge crisis die haar verplicht haar verleden te overzien.
De bundel bestaat uit acht verhalen over personen die strijd leveren met hun verleden. De vrouwen in ‘Pisagua’ en ‘De verstoring’ ervaren het moeizame, door herinneringen gehinderde scheidingsproces van hun geliefde. De nog moeizamere onthechting tussen moeder en kind is het thema van ‘De weg van huis’ en ‘De vrede’. De personages laten zich niet langer leiden door moraal of ideologie, maar door hun eigen gevoel en criterium.
Een vrouw keert na een verblijf van een halfjaar per trein uit Parijs terug naar Amsterdam. Herinneringen aan het verleden wisselen zich tijdens de reis af met toekomstverwachtingen. Naarmate ze dichter bij huis komt, verliest ze meer en meer de greep op haar gevoelens en fantasieën. Haar terugkeer valt in haar beleving samen met de terugkeer van haar doodgewaande vader uit Buchenwald: hij werd niet meer verwacht, hij vond zijn plaats ingenomen door een ander.